.

.

zondag 18 december 2016

Spreuk van de dag:

Liefde is het enige dat meer wordt, naarmate men het met anderen deelt.
Vernieuwing van denken is verrijking van geloof

Als vroeger een Katholiek meisje verliefd werd op een Protestantse jongen, of omgekeerd, sprak het hele dorp daar schande van! Dat was toch ongehoord en bijkans godslastering...
Binnen de kortste keren werden de beide gezinnen, ieder in hun eigen kerk, gemeden als hadden ze lepra. 
En het zal dan ook niet als een verrassing komen dat, zodra het de meneren dominee en pastoor ter ore kwam, dezen zich terstond, na een smeekbede om persoonlijke bescherming, vervoegden aan de huizen des onheils. Na de gezinnen eens goed 'onderhanden te hebben genomen' togen dan de eerwaarden kerkwaarts, tevreden en verheugd over het heilzame en stichtelijk werk dat ieder van hen op zijn manier had verricht, er van overtuigd zijnde dat zijn manier de enige en de juiste was...

Vervolgens werd in beide gezinnen de boosdoener/ster eens flink aangepakt en goed doordrongen van al het vreselijks dat hij/zij misdaan had en welke helse gevolgen dit zou hebben als degene daar mee door zou gaan. En dus werd het de boosdoener/ster van dat moment aan verboden om enig contact met de ander te hebben.
....
Na eeuwen concludeerde men dat het zo niet langer kon. In gezamenlijk overleg besloot men dat het misschien toch helemaal niet zo slecht was, daar men van beide zijden geloofde in Christus. En zo werd voortaan vanaf de kansels verkondigd, hetgeen door de schaapjes beider kerken grotendeels opgelucht en verheugd werd ontvangen en herkauwd. Niettemin bleven er in beide kerken ook velen vasthouden aan de oude leren, welke zeer moeilijk los te laten waren. Deels door koppige onvrede, deels door angst het oude los te laten en het nieuwe te omarmen. Edoch, langzaam maar zeker werd ook deze groep steeds kleiner en kleiner.
....
Zo ging het ook met de doop.
Om het kind in de protestantse kerk te laten dopen moest de katholieke partner eerst protestants worden en andersom. 
In dat laatste geval moest bijvoorbeeld de protestantse partner katholiek worden, hetgeen bereikt kon worden door 'heropvoeding' via catechesatie en het uit het hoofd leren der alledaagse rituelen, zoals daar zijn de Weesgegroetjes, de Rozenkrans bidden, het zich eigen maken der Roomse Liturgie, de biecht, enzovoorts.
En tot slot moest dan de protestantse partner zich laten dopen, teneinde zèlf het te dopen kind vast te mogen houden. Tsja...en als dan die partner dat láátste weigerde, kon het kindje wel gedoopt worden, maar iemand anders moest het dan vasthouden. 
Inmiddels heeft men ook dáár ingezien dat het eigenlijk nonsens is en dus wordt inmiddels ook deze vernieuwing vreugdevol aan de schaapjes beider kerken verkondigd. En ook hier geldt weer: opnieuw bleven grote groepen vasthouden aan de oude leer, deels uit koppigheid, deels uit angst het oude los te laten en het nieuwe te omarmen. En jawel: ook nu weer werd deze laatste groep steeds kleiner en kleiner.
....
En zo komen God's kinderen steeds een heel klein stapje dichter bij de kern. Dichter bij waar het nu eigenlijk om draait: het leren accepteren dat er ook andere manieren zijn die óók goed zijn, dat er gebruiken zijn en mensen zijn die anders zijn of anders geloven, en die nèt zo goed van de Heer zijn. Eigenlijk het in Jezus' Naam leren liefhebben van datgene of diegene, dat/die anders is. En dus, simpelweg: liefde... Het is alleen ook híér weer een grote last:
Tientallen generaties lang geleerd hebben dat iets of iemand verkeerd is en dan nu opeens moeten geloven dat het/hij niet verkeerd is, voelt als verraad aan je eigen geloofsbeleving en vandaaruit...misschien zelfs wel als verraad aan de Here God Zèlf... Zij die dat laatste voelen zullen waarschijnlijk altijd 'tegen' blijven en vaak resoluut en radicaal tegen bepaalde vernieuwingen of verandering ageren of tegen -vernieuwing van denken-, hetgeen meestal liefdeloos en harteloos overkomt.

En in mijn beleving ligt daar een prachtige taak voor de herders van de gemeenten in Nederland, katholiek òf protestants, evangelisch of behoudend, expressief of ingetogen, voor elke gemeente geldt: 
"...de boodschap van liefde die wordt opgediend op een bed van zachtmoedigheid, wordt het gemakkelijkst verteerd...."

Maar ja..die kerk, hè? Die leiders...en erger nog: hun volgelingen, die schaapjes... Hé-mel-tèr-gend en tenenkrommend!
Zelf ben ik tamelijk teleurgesteld in de christelijke kerk. But then again, wie is dat nou eigenlijk niet? 
Mensen vallen tegen, maken stomme harteloze fouten, zeggen kwetsende dingen en zitten vol spin-en weef-foutjes (om maar eens een term uit dé textielstad van Nederland te noemen), waardoor ik regelmatig zou willen wegvluchten van die harteloze, liefdeloze massa van volgelingen van Christus Die Liefde is. Om dan lekker in m'n eentje op een onbewoond eiland met de Heer te leven. Maar zo werkt het helaas niet en als ik eerlijk ben en naar mezelf kijk, zoals Mozes deed, zie ik dat ik er zelf ook zo zwart als roet van zondigheid uitkom. We zijn allemaal falende mensen met bakkenvol aan kritiek over 'onze kerk' en ik vind dat we zo langzamerhand wel wat milder mogen zijn naar onze kerk toe, te beginnen bij mezelf, omdat het naast het werk van de Heer vooral ook veel geknutsel en gestuntel van mensen bevat en daar hoor ik zelf bij! Sterker nog: ik heb niet alleen in technische zin "twee linkerhanden", nee..ook geestelijk bak ik er verdraaid weinig van. Om maar eens in 'kooktermen' te blijven: mijn 'geestelijke baksels' zijn vaak genoeg niet te pruimen, aangebrand of half rauw. Niet te pruimen voor mijzelf, laat staan voor de ander! Maar dat wetende, kan ik daar wat aan doen: "geestelijk kookles" nemen bijvoorbeeld.
Hoe sta jij tegenover de kerk vergeven, waarin ze jou persoonlijk zo is tegengevallen en pijn heeft gedaan? Is het niet zo dat vergeving óók een tweerichtings-weg is? 
Stel je je rijkdom en geluk eens voor, wanneer je iets of iemand in jouw kerk leert aanvaarden, "simpelweg" door vergeving te vragen voor je standpunt of woorden omdat je begrijpt dat die de kerk of die persoon hebben geschaad. Stel je eens voor...
Erkennen..en erkend wòrden. Leren om wat was achter je te laten en wat is te omarmen.
Wèg met die veroordeling van het nieuwe...het nieuwe dat jou/mij onzeker maakt, doet twijfelen aan ons geloof.
Wèg met veroordeling die klinkt en voelt als liefdeloosheid, die voortkomt uit angst en onwetendheid...hèt middel van die verrekte duivel om ons zo ver mogelijk van de gemeente van Christus te verwijderen en daarmee van Christus Zèlf.
In plaats daarvan: Welkom heten. Omhelzen. Liefhebben. Zonder oordelen of beschuldigen. Denken en zeggen: "De Heer houdt van jou en dus ik óók!"

En zo samen bouwen aan een prachtige gemeente van de Heer, kleurrijk en liefdevol....

zondag 11 september 2016

Schuld en Schaamte

(Romeinen 8:1:"Maar als je bij Jezus Christus hoort, word je niet meer veroordeeld...")
Bij schuld voelen we dat onze daad onwaardig is.
Bij schaamte voelen we onszèlf onwaardig.

Schuldgevoel is niet slecht. Het kan leiden tot spijt, excuses en verzoening.
Maar schaamte dwingt ons ons terug te trekken en ons te verbergen.
Schaamte versterkt het valse idee er niet bij te horen. Dat we het niet 'verdienen'. We voelen ons vaak niet slim genoeg, niet goed genoeg, niet attractief genoeg, niet vroom genoeg om te kunnen horen bij de kringen waar we bij wìllen horen.
We kunnen ons zelfs schamen voor dingen die ànderen ons hebben aangedaan! We voelen ons afgewezen en terecht: we hadden het vast verdiend, júíst omdat we het niet waard zijn en..oh ja...ook dáár schamen we ons voor... Maar: Je bent het waard om liefde te ontvangen en erbij te horen. Want niemand kent ons beter dan Jezus Christus en HIJ heeft ons lief; HIJ wijst ons niet af! We zijn het waard om bemind te worden en erbij te horen! De wet vd Geest die in Jezus Christus leven brengt, heeft ons bevrijd van de wet van de zonde en de dood.

Veel mensen voelen zich permanent veroordeeld.
Veel 'ouderwetse', vaak orthodoxe gemeenten prediken zelfs aanhoudend over de dodelijkheid van de zonde, waardoor ze de gelovigen opzadelen met een voortdurend, beklemmend gevoel van schaamte. Een constant gevoel van "Ik ben nooit goed genoeg. Ik zal het altijd weer verpesten. Ik zal nooit mezelf helemaal bloot kunnen geven, zolang ik niet de perfectie heb bereikt die zij van mij verlangen."
Dat en een nooit aflatend oordeel-gedrag maakt dat mensen gekwetst worden, vaak onherstelbaar waardoor men de gemeente de rug toekeert. Slechts zelden komt iemand jaren later heel voorzichtig weer eens een kijkje nemen.


Zelfs Jezus had met die liefdeloze, hardnekkige en Geestdodende regelzucht te maken. Het waren juist die religieuze 'voormannen' met hun talloze wetten en regels, die Jezus' grootste vijand waren.
Die mannen bekritiseerde Hij het meest en met hèn sprak Hij veruit het meest over de hel.
Hij stoorde er zich vreselijk aan dat de religieuze leiders van toen de mensen zware lasten oplegden en onbijbelse grenzen stelden. Zo van: "Als je dit en dat doet (of juist níét doet) en je daar en daar aan houdt, hoor je erbij. Zoniet..dan niet. Voor velen geldt dat ze dat al met de paplepel ingegoten hebben gekregen en wanneer ze dan op leeftijd zijn dragen ze nòg die diepe zware last met zich mee. Lasten en onbijbelse grenzen, die NIET van God zijn...maar van Zijn vijand.
Paulus zegt hierover: "Toen ik de wet begon te bestuderen, werd ik een slechter mens. Toen ik ging nadenken over al die wetten en regels zoals "Gij zult niet begeren" ging ik juist veel sterker  begeren." En net als Paulus, geloven wij, dat goedheid voortkomt uit een intieme relatie met Jezus, uit leven ìn Jezus Christus, niet uit regeltjes. En dat maakt dat we goed doen, niet omdat het ons opgelegd is door wetten of regels...maar omdat we dat wìllen!


Ik geloof dan ook dat de Here God die schaamte van ons weg wil nemen.
Schaamte maakt dat we méér gaan zondigen, zeg maar: meer en vaker niet tot ons recht, ons doel komen. Door schaamte vervallen mensen in een soort terugtrekkings-gedrag.
Ik HÈB geen fout gemaakt; ik BÈN een fout, en daardoor zelf-verdovend gaan handelen door bijv. troost-eten, drinken, drugs, zg. onverschilligheid en gemaakte 'zelfverzekerdheid', kortweg: alles wat je kunt gebruiken als matteriaal om een muur om je heen te bouwen. Een muur, die jou van God en gemeente verwijdert. En juist dáárom is het kruis zó belangrijk! Zodat je kunt zeggen: "Het maakt niet uit wat ik heb gedaan; het maakt niet uit hoevaak ik de boel weer in het honderd laat lopen of volgens anderen zondig, mijn doel voorbij schiet. Het máákt allemaal niet uit, want...JEZUS HOUDT VAN MIJ! Ik hoor bij HEM!" Hij zegt: "Het maakt niet uit M'N kind, ga dóór want Ik geloof in jou!"


En dus...
Niet de regels en wetten zijn 'zaligmakend', maar juist de Liefde van God de Vader!
Die Liefde doet elke vorm van schuld en schaamte wegsmelten als sneeuw voor de zon.
Die Liefde plant vreugde, blijdschap en geluk in je hart en laat je opbloeien als een prachtige bloem...



A real relationship with Jesus overrules all rules.

Spreuk van de dag:
 
A real relationship with Jesus overrules all rules.

zondag 4 september 2016

GELOVEN....
ONDANKS ALLE WAAR-EN ONWAARHEDEN, TEGENSTRIJDIGHEDEN EN TOEVOEGINGEN/WEGLATINGEN IN DE BIJBEL

(deel 4)


* KINDEROFFERS EN ANDERE WREEDHEDEN

Ezechiël 20:25-26:
"Ik gaf hun zelfs slechte wetten, en regels die leidden tot de dood. Met hun eigen offergaven maakte ik hen onrein, hun eerstgeboren kinderen liet ik hen offeren, opdat ze in ontzetting zouden beseffen
dat ik de HEER ben."

De geleerde en doctor de Vaux schrijft schreef hierover:
“De woorden van de profeet mogen niet letterlijk worden opgevat. Hier wordt de oorzakelijkheid van God alle menselijke daden toegeschreven, de goede en de slechte; dit is een manier om een toelaten van God uit te drukken.”

Mens en Samenleving (http://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/96984-bijbel-mensenoffers-of-kinderoffers-in-het-oude-testament.html) zegt:
"Deze tekst schijnt te zeggen dat het gebruik [het offeren van eerstgeborenen] in zwang is geweest in Israël en dat het bekrachtigd was door een verordening Gods. Maar het is dwaas om aan te nemen
dat Israël ooit 'al zijn eerstgeborenen' heeft geofferd op welk tijdstip van zijn geschiedenis ook, en het is al even dwaas om aan te nemen dat Ezechiël, die elders de kinderoffers veroordeelt (Ez. 16,20; 20,31), heeft kunnen denken dat die gewoonte uitdrukkelijk door God zou zijn voorgeschreven. De woorden van de profeet mogen dus niet letterlijk worden opgevat."

Echter...dat laatste is het meest pijnlijke.
Te vaak, te pas en te onpas lijkt het of 'bijbelvaste' christenen over al te zware teksten zeggen: "Dat mag je niet letterlijk nemen..", terwijl juist anderszijds de bijbel erg letterlijk wordt geloofd.
Misschien komt dat, omdat met name in het Oude Testament erg veel gruwelijkheden voorkomen, die ogenschijnlijk van God komen, of in opdracht van Hem plaatsvinden.

- Leviticus 27:29.
"Al wat verbannen is, dat van de mensen zal verbannen zijn, zal niet gelost worden; het zal zekerlijk gedood worden." (Statenvertaling)
of
"Wanneer een mens eenmaal onvoorwaardelijk aan de HEER is gewijd, kan hij niet worden vrijgekocht; hij moet ter dood worden gebracht." (NBV)

- In 2 Samuël 21:1 staat het volgende:
"Er was in de dagen van David een hongersnood gedurende drie jaar achtereen; en David zocht het aangezicht van Jahweh. Jahweh zei: ‘Op Saul en op zijn huis rust een bloedschuld, omdat hij de Gibeonieten gedood heeft."

Hier is dus sprake van een situatie waarin God het gehele land straft voor iets wat niemand weet, maar uiteindelijk aan het licht komt: een zonde van een vorige koning! Het vervolg laat weten dat David om het goed te maken 7 nakomelingen van Saul aan de Gibeonieten overlevert. De Gibeonieten hangen deze onschuldige nakomelingen op ‘voor het aangezicht van Jahweh’. Daarna geeft David aan de beenderen van Saul en aan de opgehangen nakomelingen een begrafenis in het graf van hun voorvader en dan eindigt het verhaal met: ‘En hierna ontfermde God Zich over het land.’

- Richteren 11:30-32 en :34-40 (Jefta offert zijn dochter)
"30Toen deed Jefta de Here een gelofte en zeide: Indien Gij de Ammonieten in mijn macht geeft, 31dan zal hetgeen mij uit de deur van mijn huis tegemoet komt, wanneer ik behouden van de Ammonieten terugkeer, de Here toebehoren, en ik zal het ten brandoffer brengen. 32Vervolgens trok Jefta tegen de Ammonieten op om met hen te strijden en de Here gaf hen in zijn macht."


Ik geloof m'n ogen niet. Ik kan nauwelijks geloven wat daar staat..
Eerstgeborenen en volwassenen die aan God geofferd moesten worden om Hem te behagen, of iets van Hem gedaan te krijgen, bij wijze van test....
Abraham met zijn zoon Isaäk
Jefta met diens dochter
David offert 7 onschuldige nakomelingen van Saul's geslacht

En ga zo maar door. Een schier eindeloze reeks buitengewone wreedheden
Ik geloof wèl dat heel veel van wat in de bijbel staat berust op metaforen; dus.. een vorm van beeldspraak om mensen iets duidelijk te maken, zoals Jezus bijna uitsluitend in beeldspraak sprak, óók om te illustreren wat Hij met een bepaalde situatie bedoelde.

..........................................................................................

* DE LEEFTIJD VAN DE EVANGELIËN
- Veel geleerden zijn het niet met elkaar eens wat de datering van de evangeliën betreft. Elk boek dat men erover openslaat geeft jaartallen weer van ongeveer tussen 60 na Christus tot 180/200 na
Christus.
Overal waar ik zoek constateer ik dat de verschillende geleerden de evangeliën pas laat in de tweede eeuw plaatsen, zij het met hier en daar kleine nuance-verschillen.
Justinus de Martelaar (http://www.kro-ncrv.nl/inspiratie/katholiek-abc/j/370-7845-justinus-de-martelaar),(https://www.lucepedia.nl/dossieritem/justinus-de-martelaar/justinus-martyr-165) ca. 150,
de bekendste oudste kerkvader, noemt de namen van de evangeliën niet (hoewel hij bij citaten uit het Oude Testament altijd het boek vermeldt waaruit de citaten komen, en ook geschriften noemt die
nooit tot de bijbel zijn gerekend, zoals de Handelingen van Pilatus en het evangelie van Petrus). Het evangelie van Johannes wordt voor het eerst genoemd door Theophilus van Antiochië
(http://www.apologetica.katholiekelsloo.nl/index.php?title=Theophilus_van_Antiochi%C3%AB:_Verdediging_van_de_scheppingsleer.), ca. 180; de andere evangeliën pas voor het eerst door Irenaeus (http://www.thomasevangelie.nl/gesch11.htm), ca. 190-200.

.............................................................................................

* TOEVOEGINGEN EN WEGLATINGEN IN DE BIJBEL

- De allereerste "bijbel-in-gewone-taal"
Hiëronimus.
"De Vulgaat (Editio Vulgata) is een belangrijke Bijbelvertaling in het Latijn. Ze is door Hiëronymus gemaakt in opdracht van paus Damasus en kwam tot stand tussen 390 en 405 na Christus.
De Vulgaat dankt zijn naam aan de uitdrukking versio vulgata, "volkse versie" en was geschreven in alledaags Latijn (sermo humilis) in een bewust onderscheid van het elegante Ciceroniaanse of
literaire Latijn waar Hiëronymus een meester in was. De Vulgaat werd gemaakt om een meer accurate en eenvoudiger te begrijpen versie te krijgen dan zijn voorgangers, de Oud Latijnse vertalingen of Vetus Latina. Het was de eerste en eeuwenlang de enige christelijke Bijbelvertaling die het Oude Testament uit het oorspronkelijke Hebreeuws vertaalde in plaats van uit de Griekse Septuagint."
Editio Vulgata: (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vulgaat)
Codex Septuagenta: (https://nl.wikipedia.org/wiki/Septuagint)


- De "comma johanneum" (Johannes 5:7).
Dit stukje zou volgens sommigen later toegevoegd zijn, vreemd is nl. dat het in de oudste griekse vondsten niet teruggevonden is.
Het gaat om deze tekst:
"Er zijn drie getuigen in de hemel: De Vader, Christus en de Heilige Geest; samen zijn Zij één."
Hoewel ikzelf hier rotsvast in geloof moet ik toegeven dat deze tekst alleen in late handschriften staat en niet in de authentieke Griekse handschriften voorkomt.
Het staat daarom buiten twijfel dat deze tekst er later bij de originele tekst is bijgezet. Op een deel van die handschriften staat de tekst zelfs in de marge naast de hoofdtekst. De tekst is dus
inderdaad een bijvoegsel om de drieëenheid ermee te bewijzen/te bevestigen/te benadrukken.
(https://nl.wikipedia.org/wiki/Comma_Johanneum),(http://www.gotquestions.org/Comma-Johanneum.html)

- Erasmus maakte in 1516 de eerste versie van de Griekse grondtekst voor de druk gereed. er ontstond een grote rel omdat hij deze tekst er niet in had staan (stond wel in de latijnse Vulgata, van de hand Hiëronimus, die deze (en latere versies ervan) schreef in opdracht van paus Damascus). Erasmus legde uit dat de tekst niet te vinden was in oude griekse handschriften.
In 1520 werd dan ook een handschrift in het grieks geproduceerd door een theoloog in Oxford, waarna Erasmus deze zin er onder druk van de Katholieke kerk vanaf de derde druk (1522) inzette.
De trinitarische (drieëenheids) zin werd in de King James gezet, maar staat niet in bijvoorbeeld de Duitse vertaling (die de tweede druk van Erasmus Griekse bijbel als bron heeft). In vroeger eeuwen
werd hier driftig over gediscussiëerd. De zaak wordt nu wel als opgelost beschouwd.
(https://nl.wikipedia.org/wiki/Desiderius_Erasmus)

Vanaf 1546 aanvaardde het Vaticaan bij het Concilie van Trente deze versie als enige als gezaghebbend,[2][3] met als gevolg dat katholieke vertalingen van de Bijbel gebaseerd op de grondtalen en modern wetenschappelijk onderzoek tot na de encycliek Divino Afflante Spiritu (1943) moesten wachten. Veel vertalingen in het Nederlands zijn dan ook op de Vulgaat gebaseerd.
(https://nl.wikipedia.org/wiki/Vulgaat)

.........................................................................................

* TEGENSTRIJDIGHEDEN IN DE BIJBEL

-Mattheüs en Lukas
Mattheüs veroordeelt in de gelijkenis van de talenten de ‘nietsnut’-slaaf tot de buitenste duisternis, terwijl Lukas hetzelfde verhaal vertelt (Luc 19: 11-27) maar de slaaf zijn talent slechts doet
verliezen aan de andere slaaf.

Volgens Mattheüs is de vader van Jozef een man genaamd Jacob, volgens Lukas heet hij Eli. Velen leggen dit verschil uit als: "bij de één werd uitgegaan van de mannelijke lijn en bij de ander van de
vrouwelijke lijn." Echter...in beide boeken wordt overduidelijk vermeld dat het ging om "de zoon van die man, die de zoon was van die man..."

-Lucas laat ons weten dat Jezus’ ouders uit Nazareth vertrokken vanwege een volkstelling die in het jaar 6 ná Christus gehouden is, en zo in een stal in Bethlehem terecht kwamen.
Mattheüs laat echter Jezus’ ouders in een huis in Bethlehem wonen en weet niets van een volkstelling. Jezus’ ouders vertrekken na hun verblijf in Egypte pas naar Nazareth, omdat ze niet naar Bethlehem terug kunnen, bang als ze zijn in Judea vervolgd te worden door Herodus de Grote (https://nl.wikipedia.org/wiki/Herodes_de_Grote), die echter in 4 vóór Christus al stierf. De buitenbijbelse geschiedenis laat totaal niets horen over een zo dramatische gebeurtenis als de massale kindermoord in Bethlehem.
Maar let op: het ontbreken van bewijs is nooit bewijs dat iets niet heeft bestaan/plaatsgevonden..(!)

...........................................................................................

EN TOCH...

....ondanks dit alles geloof ik.
Rotsvast geloof ik dat de Here God bestaat, dat Jezus Zijn Zoon is en dat Hij de fouten van de mensheid op Zich genomen heeft.
Maar... waarom dan toch al dat onderzoek..al dat lezen? Waarom dan al die gruwelijkheden uitspitten en tentoon spreiden?!
Zijn dit niet veel meer juist redenen om te gaan twijfelen? Om te ontkennen dat Hij liefde is?
Voor sommigen..misschien wel voor velen..
Maar niet voor mij. Voor mij is alles dat met m'n bijbel te maken heeft waanzinnig interessant. En juist, omdat ik niet alles geloof wat er in staat, kan ik ook gemakkelijker afstand van bepaalde zaken nemen en me meer op de belangrijke, essentiële zaken concentreren. Zo denk/geloof ik dat vele teksten in de bijbel metaforisch bedoeld zijn en niet werkelijk hebben plaatsgevonden.
Maar zelfs al denk ik dat van een bepaalde tekst, maar heeft datgene wel dégelijk plaatsgevonden, dan nòg voel ik me geen "afvallige".
Ik hou ervan om in Zijn Woord te spitten en te graven. En was het niet de Heer Zèlf, die zei: "Onderzoek alle dingen en behoud het goede."?
Welnu...dat 'goede'..dat is..zeg maar...mijn geloof. En mezelf vasthoudend aan mijn geloof, kan ik mezelf elke kant opzwaaien, waar ik maar heen wil....zolang ik me maar vasthoud aan dat 'goede', aan
dat touw, dat mijn geloof heet. Als ik dan uiteindelijk niet meer heen en weer beweeg, komt dat touw gewoon weer tot stilstand in het midden. En de essentie van dat touw, dat geloof, is dat God Liefde
is, ondanks welk mensenwoord dan ook geschreven werd/wordt en ongeacht in welke tijd het geschreven werd/wordt..

De essentie van geloof is voor mij:
"Heb God lief boven alles, met heel je hart, heel je verstand en met al je kracht...en je naaste als jezelf."
Daaruit voor vloeit bijna als vanzelf: "Al kon ik en had ik alles, maar ik had de liefde niet...ik was niets en had niets! (1Korintiërs 13)

En dus:
Welk boek hoort nu wel bij die Specifieke Verzameling Boeken, die bijbel heet en welk boek niet?
En welk déél van een boek hoort er wel in thuis en welk deel niet?
En dan had je ook nog al te ijverige kerkvaders en geleerden, die meenden (soms met twijfelachtige bedoelingen) sommige zaken te moeten weglaten, danwel toe te voegen daar datgene 'de Kerk' kon
schaden danwel versterken. Denk maar aan de eerder genoemde "comma johanneum" (Johannes 5:7). Omdat Erasmus deze tekst er niet bij wilde zetten omdat die in de origininele Griekse grondtekst ook niet voorkwam, werd in 1520 dan óók een handschrift in het Grieks geproduceerd door een theoloog in Oxford, waarna Erasmus deze zin er onder druk van de Katholieke kerk vanaf de derde druk (1522) inzette.

Op een vergelijkbare wijze zijn de Evangeliën van Thomas, Judas en Petrus weggelaten door het Eerste Concilie van Nicea, dat door keizer Constantijn I ("de Grote") in 325 n. Chr. ingesteld werd.
Na een reeks veranderingen, aanpassingen en toevoegingen, werd de Eerste Canon van de Bijbel in 418 n. Chr. officieel bekrachtigd. Uit deze tijd stammen onze 'Kanonieke Boeken', die we in de ene
versie van de bijbel wel hebben en in de andere versie niet.

DE ESSENTIE VAN GOD'S WOORD

Inmiddels is al wel gebleken dat er heel veel aan God's Woord is 'gesleuteld' door allerhande geleerden, die 'het meenden te weten'. Van de Editio Vulgata, de eerste "Bijbel In Gewone Taal" (390-405 n. Chr.), tot aan de huidige, spiksplinternieuwe "Bijbel In Gewone Taal" (2004-2014) is er ontzettend veel veranderd, aangepast, opnieuw vertaald, toegevoegd en weggelaten.
Maar één ding is altijd ongeschonden gebleven: de ESSENTIE VAN GOD'S WOORD!
Die essentie gaat over Jezus Christus de Zoon en over God's Liefde voor Zijn schepping; over de Liefde van Jezus voor de mensheid en ZIJN opdracht om de Vader, jezelf en elkaar lief te hebben met alles dat in ons is! En dus: is de ESSENTIE VAN GOD'S WOORD.....LIEFDE!, met héle grote hoofdletters. Ònveranderd, vanaf het moment dat "God's Geest over de wateren zweefde", tot op dit moment in 2016...
Dat is voor mij hèt bewijs dat de Heer over Zijn Woord waakt! Mènsen mogen dan denken dat ze zomaar straffeloos van alles kunnen aanpassen en veranderen, maar uiteindelijk is het God de Vader Zèlf die over Zijn Woord waakt..over Zijn Woord van Liefde, de Essentie van ZIJN boodschap aan ons.

Tot slot:
Nu zijn er legio mensen die, oprecht en met de beste bedoelingen, God eren en de bijbel en haar gebeurtenissen/opdrachten/richtlijnen letterlijk nemen en haar geloven 'van kaft tot kaft'.
Weer anderen eren God door de dingen van Zijn Bijbel zo op hun leven toe te passen dat zij naar eer en geweten handelen, zonder alle dingen letterlijk op te vatten.
Het is dan ook bijzonder moeilijk om daar een soort van middenweg in te zien.
Iedere gelovige ziet/leest de bijbel, zoals dat overeenkomt met zijn/haar leven. Dat heet 'geloofsbeleving'. Wat de één op de ene wijze beleeft, kan de ander heel anders beleven.
Voor mijzelf is het getal 99 daar een goed voorbeeld van en ik gebruik het regelmatig om niet of anders-gelovenden een andere kant te laten zien, zonder hùn kant te veroordelen.
Vanuit mijn positie kijkende naar het getal 99 zie ik....99. Maar hij die tegenover mij staat ziet....66.
Gek genoeg verhaalt de bijbel hierover, in Romeinen 14, waar richtlijnen staan over verdraagzaamheid zonder elkaar te veroordelen.
En is dàt niet uiteindelijk waar het eigenlijk allemaal om draait? Elkaar steunen, troosten, en bemoedigen...dàt is de grote opdracht! En dat kan alleen....door elkaar lief te hebben!
Niet jouw gelijk of mijn gelijk is belangrijk, maar of we elkaar willen en kunnen verdragen. Want we beleven beiden het geloof en God's Woord op onze eigen wijze, met onze eigen persoonlijke emotie.
We moeten niet telkens de ander wijzen op diens 'ongelijk' en misschien zelfs...'zondigheid' in onze mening of beleving.
Oordeel niet langer, is mijn ervaring. Dat doet de harteloosheid van de wereld al voldoende.
"Maar gij geheel anders!", schreef Paulus, "Niet meer uw éígen natuur, maar Christus leeft in u..!"
Onderzoek God's Woord, geniet ervan! Lééf Zijn Woord en geniet ervan! Kijk niet naar de 'fouten' van anderen, maar...geníét van die ander,
zoals God van jouw geniet.....

zaterdag 13 augustus 2016

Sex voor het huwelijk en waarom überhaubt trouwen?


Als aan christenen gevraagd wordt, waar in de bijbel geschreven staat dat sex voor het huwelijk verboden is, wordt er heel vaak verwezen naar de teksten waarin het woord 'ontucht' en/of 'zedeloosheid' voorkomt.
Teksten als:
1kor 6:18, waar staat:
"18 Ga ontucht uit de weg! Geen enkele andere zonde die een mens kan begaan tast het lichaam aan, maar wie ontucht pleegt zondigt tegen het eigen lichaam."

Maar...valt sex voor het huwelijk daaronder?

Nee, volstrekt niet! Als ik kijk naar wat "ontucht" betekent:

ontucht

hoererij, onkuisheid, prostitutie, onzedelijkheid
Gevonden op http://www.woorden-boek.nl/woord/ontucht

Ontucht

(verboden seksuele handelingen), Hoererij. Het plegen van seksuele handelingen met kinderen (1): jonger dan 12 jaar of (2): ouder dan 12 maar jonger dan 16 jaar (buiten echt). 
- Wettelijke bepalingen (Wetboek van Strafrecht, 2004): - Ontucht met iemand jonger dan 12 jaar : - Artikel 244 - Hij die met iemand van de leeftijd beneden twaalf jaren handelingen pleegt. 
En hoererij, onzedelijkjheid. (http://www.woorden-boek.nl/woord/ontucht)
Gevonden op http://www.encyclo.nl/lokaal/11262

Ook wordt 1 Kor. 7 veel aangehaald, waarin Paulus antwoordt aan een Griek.

"De gehuwde en de ongehuwde staat
1Dan nu de punten waarover u mij geschreven hebt.
U zegt dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft. 2Maar om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. 3En een man moet zijn vrouw geven wat haar toekomt, evenals een vrouw haar man. 4Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw. 5Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden. 6Ik zeg u dit niet om u iets op te leggen, maar om u tegemoet te komen. 7Ik zou liever zien dat alle mensen waren zoals ik, maar iedereen heeft van God zijn eigen gave gekregen, de een deze, de ander die. 8Wat de weduwen en weduwnaars betreft, zeg ik dat het goed voor hen zou zijn alleen te blijven, zoals ik. 9Maar wanneer ze dat niet kunnen opbrengen, moeten ze trouwen, want het is beter te trouwen dan te branden van begeerte. 10Degenen die getrouwd zijn geef ik, nee, niet ik – de Heer geeft hun het volgende gebod: een vrouw mag niet scheiden van haar man 11(is ze al gescheiden, dan moet ze dat blijven of zich met haar man verzoenen), en een man mag zijn vrouw niet wegsturen."
 En dáár wil ik toch eens bij stilstaan.
Volgens mij staat hier iets heel belangrijks, waar verreweg de meeste kerken niet bij stilstaan of overheen lezen!
Iets, dat àlle uitspraken van Paulus over sexualiteit verklaart...
Er staat namelijk in vers 1:
"1 Dan nu de punten waarover u mij geschreven hebt. U zegt dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft."
Het was een Griek uit Corinthe, die dit aan Paulus had geschreven.
Inmiddels weten we heel veel van het antieke Griekenland en de bevolking. We weten ontzettend veel over de oude tradities, hun goden-en godinnencultuur, de gebruiken, ja..kortweg: de hele sociale, religieuze, maatschappelijke struktuur van de oude Grieken.

Welnu, in Griekenland heerste een cultuur, waarin het de gewoonste zaak van de wereld was dat mannen met mannen en vrouwen met vrouwen sex hadden. De interactie tussen man en vrouw was er in de meeste gevallen in de eerste plaats voor het nachgeslacht. De vrouwen bleven meestal thuis of bij elkaar, terwijl het openbare leven draaide om de man. Die deed dan ook vrijwel alles buitenshuis.

In deze cultuur was sex bijzonder nadrukkelijk aanwezig en sex speelde dan ook een hele grote rol in het dagelijkse sociale leven. Het werd daarom dus ook gezien als des mans plicht om er goed uit zien. 
Oudere mannen hadden gemeenschap met jongere mannen, jongere mannen met jonge jongens, oudere mannen met jonge jongens...het kwam allemaal voor en het was doodnormaal! 

Ook hadden mannen wel sex met verschillende vrouwen en viceversa.
Zoals wij in onze tijd omgaan met mode, fotomodellen, idolen e.d., zo ging dat in het oude Griekenland ook. Alleen draaide dat altijd om de man! 
Niet voor niets stikt het nog steeds op de wereld van prachtige oud-Griekse beeldhouwwerken van mannen, natuurlijk steeds naakt. Musea staan er vol mee. Jonge, sterke en atletisch gebouwde knappe mannen.
En ja, er werden ook wel beelden gemaakt van vrouwen, maar dat waren meestal godinnen. Het oude Griekenland had namelijk ook een rijke meer-goden cultuur met diverse goden en godinnen. 
In veel steden waren zelfs tempels voor een "onbekende god", voor alle zekerheid. "Je wist maar nooit. Stel dat je een god/godin vergeten was.."

En het was in díé cultuur, dat Paulus monoteïsme en monogamie predikte, één God, en één levenspartner...en dus: één persoon met wie men sex mocht hebben!!

In combinatie met de tekst uit Genesis, waarin staat: "En zij (Adam en Eva) kwamen bij elkaar en zijn werden één".." worden Paulus' woorden stelselmatig in verreweg de meeste kerken gebruikt als 
uitleg waarom sex voor het huwelijk 'niet mag'.

Mijns inziens echter predikte Paulus slechts monoteïsme en monogamie. 

Hij stelde nooit dat twee mensen die werkelijk van elkaar hielden/houden, geen sex met elkaar mochten/mogen hebben, vóórdat ze getrouwd waren/zijn.
Er komt in de bijbel niet een tekst voor, waarin dat klip en klaar afgeraden, danwel verboden wordt, 

Nochtans werd sex door velen (waaronder Paulus) wèl uitgelegd als zijnde bedoeld als onderdeel van een hechte, oprechte, intieme, liefdevolle, monogame relatie en dat men in zo'n relatie elkaar tegenover God zou moeten beloven voor altijd voor elkaar te zorgen, je lichaam te bewaren voor de ander en nooit bij elkaar weg te gaan. Dit 'verbond met God en elkaar' heet sinds enkele duizenden jaren 'huwelijk'. En binnen dit huwelijk vrij je dus alleen met elkaar. 

"Gij zult uw broeders vrouw niet begeren.."

In beginsel was er slechts de verbintenis voor God's aangezicht; later werden daar in tempels allerlei 'bekrachtigende, bevestigende' rituelen omheen gebouwd. 

Waar overigens niets mis mee is...
Spreuk van de dag:

Als liefde een werkwoord is, zit nooit iemand zonder werk.


woensdag 1 juni 2016

1 juni 2016

"Zou je een bepaalde periode uit je leven over/anders willen doen als het kon?"

Deze vraag stelde de Evangelische Omroep haar lezers.

Van mezelf kan ik met een rein geweten volmondig zeggen: "Nee!"
Want...stèl dàt...dan zou ik een ander mens geweest zijn.. met andere ervaringen (want dáár gaat zo'n 'wens' tenslotte om, niet?) en dus ook andere mensen, andere emoties en van daaruit, misschien zelfs een ander karakter. En stel dat je er werkelijk voor zou kunnen kiezen. Beiden, de wens èn/of de mógelijkheid ertoe, leiden tot één vraag: Wat blijft er dan over van "Je bent bedoeld!", "God houdt van jou zoals je bent." Zelf ben ik pas 8 1/2 jaar christen en enkele perioden daarvoor waren bepaald geen vakantietripje, maar toch zou ik never-nooit-niet een periode over willen doen, want hoewel er veel is gebeurd, was de Heer steeds in controle. Lang voor ik het zelf wist of wilde of besefte, wist de Here God al dat ik Hem ooit ondanks mijn stukje 'bagage' bewùst en oprecht zou gaan zoeken. Dus: zou ik een periode over (en dus anders) willen doen? Nee, want hoewel m'n hart versteend was door haat, heeft Hij het stapje voor stapje zacht gemaakt. En dat hele 'weekwordings'-proces was een megageweldige ervaring, die ik voor geen goud had willen missen!

Natuurlijk, ik ben niet 46 jaar dood-ongelukkig geweest. Integendeel: juist in de laatste 12 à 15 jaar vóór mijn bekering was ik oprecht gelukkig. Ik genoot van het vrijgezelle leven met volle teugen (lees: flinke slokken). Ik had een geweldige baan, leuke collega's, een voor een vrijgezel zeer redelijk salaris en woonde al enkele jaren (nog steeds) in een alleraardigst klein huisje met een joekel van een tuin.
Een geestelijk gezonde jongen die leefde zoals elke notoire vrijgezel leeft: 'vrijheid, blijheid' en 'geniet van het leven, het duurt maar even.'
En het was precies in díé periode van rust en wat ook wel genoemd wordt 'peace of mind' dat ik besloot om eerlijk en oprecht, zonder voorbehoud, gericht naar de Here God te zoeken.

Nu, een aantal jaren later kijk ik met ontzettend veel plezier op die periode terug en ja, eerlijk is eerlijk: soms, heel soms ook wel met een beetje heimwee.
Het voelde een beetje alsof ik jaren op een wildwaterrivier had gevaren, slechts bezig met het hoofd boven water te houden en toen opeens, toevalligerwijs, in een zijtak belandde waar het water kalmpjes stroomde en ik op adem kon komen. Rustig dobberend op dat stroompje van geluk had ik alle tijd om te genieten van al het moois om me heen. Dat is, hoe ik die laatste periode van 12-15 jaar vóór mijn bekering ervaar.
Ik had niets te wensen, niets nodig wat ik niet had en dàt was (in mijn geval) dé periode/situatie bij uitstek om eens uit te vissen of God nou werkelijk bestond of niet. In alle rust, oprecht maar kritisch lezend, onderzoekend en nadenkend, zonder overigens de geneugten des levens uit het oog te verliezen. 

Nee, ik zou geen periode over willen doen.
Elke periode van mijn leven, van baby naar peuter, van peuter naar kleuter en van puber naar adolescent was een bijna logische of onvermijdelijke opvolging van de periode ervoor. En stuk voor stuk hebben de verschillende perioden bijgedragen aan de karaktergroei van iemand die gaandeweg geleerd heeft om lief te hebben, vergeving te vragen en te geven, en steeds een ietsiepietsie geduldiger en zachtmoediger te zijn dan het jaar daarvoor.

En daarom kan ik rustig zeggen:
Het niets over willen/hoeven doen is óók een vorm van  geluk...

God's zegen,

Sebo Hilberts

donderdag 26 mei 2016

Weten wordt geloven, geloven wordt weten...

God is Geest en kan niet onderzocht of vastgelegd worden met de middelen of methoden van de wetenschap. Het bewijs leveren dat God niet bestaat kan natuurlijk niet. Het is zelfs uberhaubt onmogelijk te bewijzen dat iets of iemand niet bestaat. Toch kan het niet-bestaan wèl aannemelijk gemaakt worden als de onbetrouwbaarheid van de bron, de getuige, aangetoond kan worden. Dat wordt door advokaten in rechtzaken gedaan. Als bijvoorbeeld een getuige iets niet goed heeft kunnen waarnemen, of als een getuige op andere punten onwaarheid heeft gesproken, of als die getuige er zelf grote persoonlijke belangen bij heeft, dan zijn dat goeie redenen om de betrouwbaarheid van die getuige te betwijfelen. En daarmee dus ook de uitspraken van deze getuige.

De Bijbel is onze belangrijkste getuige. Stel nu dat iemand zou zeggen: 'Volgens de Bijbel bestaat God, maar ik heb goeie redenen om de betrouwbaarheid van de Bijbel in twijfel te trekken'. Het zou gigantisch nieuws zijn, dat wereldwijd in zou slaan als een bom! Maar je weet ook dat niemand dit ooit heeft kunnen waarmaken. Al eeuwenlang is geprobeerd te bewijzen dat de Bijbel onbetrouwbaar is en dat God dus niet bestaat. Maar niemand is er ooit in geslaagd, en veel van deze mensen zijn juist christen geworden door wat de bijbel, God’s Woord, hen te zeggen had.

Wees eerlijk en objectief bij het zoeken naar de waarheid en bepaal de realiteit van het christendom voor jezelf. God wil dat alle mensen gered worden en kennis van de waarheid krijgen. Maar Hij vraagt echt geen blind geloof, Hij wil juist dat je je verstand en inzicht gebruikt. Zoals de grote geleerde Pascal ooit zei: “Het is duidelijk dat de mens toegerust is om te denken. Daarin ligt al zijn waardigheid en zijn verdienste en zijn hele plicht is te denken zoals hij eigenlijk behoort. Dat wil zeggen dat begrip voor de werkelijkheid van God niet tot stand komt door wetenschappelijk denken van idee naar idee, met sluitende redeneringen, maar door middel van inzicht.”

Het ultieme inzicht is de vrucht van momenten van diepe ontroering, ontzag, lof, vrezen en beven en van totale verbazing, van besef van grootsheid, van gewaarwordingen die je ondergaat maar niet onder woorden kunt brengen, van ontdekkingen van het onbekende. Op het hoogtepunt van zulke momenten heb je de zekerheid dat God er is, voorbij alles wat zichtbaar en tastbaar is.

De Bijbel zegt: Eerbiedig ontzag voor God: dat is de basis van alle wijsheid en het kennen van God geeft meer inzicht. Als je inzicht probeert te krijgen en dat beschouwt als een heel groot goed, zul je merken wat eerbiedig ontzag voor God betekent. Dan zul je God werkelijk leren kennen. De God Die van jou heel persoonlijk houdt en Zich openbaart aan de mensen in de persoon van Jezus Christus. Met het christen-zijn wordt het verstand dus niet uitgeschakeld en is niet gebaseerd op blind geloof zoals wel gedacht wordt maar het is de van God ontvangen liefde die voorwaarde is tot inzicht in de waarheid. God Die Zijn liefde voor ons bewijst doordat Jezus Christus voor ons gestorven is. Zo heeft de hele wereld, door jezus Christus, weer toegang tot God de Vader. Wist je dat? Onderzoek het maar eens in Zijn Woord...
Je hebt zo van die dagen

Je hebt zo van die dagen die verglijden alsof de tijd niet bestaat. 

Je hebt ook van die dagen dat er zoveel gebeurt dat het lijkt of er weken verstreken zijn. 
Je hebt dagen die zich oneindig verlengen. 
Je hebt dagen die voorbij zijn voor ze begonnen zijn. 
Je hebt dagen dat de lucht van toekomst vervuld is. 
Je hebt dagen dat de geur van het verleden onontkoombaar is. 
Je hebt dagen die gelukkig voorbij zijn. 
Je hebt dagen die jammer genoeg bestonden. 
Je hebt dagen van hoop. 
Je hebt dagen van vrees. 
Je hebt dagen vervuld van alles wat een dag vervullen kan.
Je hebt dagen van leegte om alles wat weggevallen is. 
Je hebt dagen die ledigheid bieden (des duivels oorkussen, zo wil het spreekwoord). 
Je hebt dagen die vervulling schenken (de genade Gods, zo spreken zij die het horen kunnen).
Je hebt dagen van uiterlijke schijn. 
Je hebt dagen van innerlijke beroering. 
Je hebt dagen van invloed uitoefenen. 
Je hebt dagen van uitvoeren van uitvloeisels. 
Je hebt dagen van zonder moeite.
Je hebt dagen van geen stap te verzetten. 
Je hebt dagen die geen woord kan beschrijven.
Je hebt dagen die geen woord spreken.
Je hebt dagen die hoge verwachtingen hebben.
Je hebt dagen die lage spanningsbogen kennen.
Je hebt dagen die betekenis hebben.
Je hebt dagen die onopgemerkt voorbij gaan. 
En dan zijn er nog dagen.....

die ogen openen

die oren doen horen
die monden doen spreken
die moed geven

zaterdag 21 mei 2016

Defence rests....

"Waar BLIJF je nou met je rot-geloof !?!?"
..
"Heb je het nieuws de laatste tijd wel eens goed bekeken?! Nou? Heb je ergens jouw God kunnen zien ??"
..
"Waar ìs die rot-God van jou nu...hè?! Nou!? Nou!? Waar IS die nou?!"
..
" En dan moet je geloven in een God,..waar is ie dan als je hem nodig hebt?"
..
"ja dan is HIJ er niet.."


En zo zou ik nog een poosje door kunnen gaan...
Het gonst de laatste tijd van de verwijten naar een God, waar men niet in gelooft.
Zoveel leed, dat de laatste maanden, ja.. jaren ons, en dus ook mijn, netvlies passeert.
Huilende vaders, met kinderen op de arm, huilende moeders...zonder kinderen...
Ouden van dagen die steeds minder pensioen en zorg ontvangen. De zorg die stelselmatig wordt uitgehold.
Gemeenten en overheden, die steeds meer en meer hun eigen weg gaan, zonder zich ook maar één keer om de burger te bekommeren.
Anders gezegd: burgers, jong èn oud, die steeds meer en meer aan hun lot worden overgelaten, met een overheid die zich nog slechts en uitsluitend met de eigen (!) portemonee bezighoudt.
Om nog maar te zwijgen van de enkele honderdduizenden vluchtelingen en de steeds benarder wordende internationale toestanden.

Nee..of je nu gelooft dat Hij Allah heet..of Buddah..of Brahma.. of  Jahwe, het maakt bijna niet meer uit. Het komt er stomweg op neer dat: hóé Hij ook genoemd wordt...Hij IS er nu even niet! Althans...daar lijkt het op, het heeft er alle schijn van... zou je misschien denken.
We voelen zoveel nijd om ons heen, dat we er wel link voor uitkijken om NU het geloof aan te snijden als een gespreksonderwerp.
Nee, we kijken wel uit! We durven ons geloof zelfs nauwelijks meer te verdedigen! We kùnnen het niet eens verdedigen..!! En dan nòg: verdedigen we dan IETS...of IEMAND, verdedigen we dan een geloof, zeg: òns geloof, mijn geloof....of verdedigen we een God, mijn God?

En zomaar, out of the blue, knalt het opeens als een kanonskogel bij mij naar binnen:
Zoals we anderen niet hoeven te overtuigen van ons geloof, zo hoeven we datzelfde geloof ook niet naar anderen te verdedigen.
Toen de Liefde in Persoon werd aangeklaagd....zweeg de Liefde, wetend dat 'verdedigen' bij voorbaat zinloos was, in die zin dat het volk hem al bij voorbaat veroordeeld had.
Van àlle ellende en ongerechtigheden, die we thans op onze planeet kennen weet ik één ding zeker:
Dat wat ÌK, Sebo Hilberts, geloof, er heel zeker níét de oorzaak van is...
...ik geloof nl. in de Liefde.
Simpelweg Liefde met een hele grote hoofdletter 'L'.

Ik vraag me af: als iedereen weet dat slechtheid de oorzaak is van alle ellende in onze wereld, waarom de Liefde er dan voor aangeklaagd wordt?

vrijdag 20 mei 2016

Veraf of Dichtbij?

"Als iemand van u in nood is, laat hij dan bidden."
Het klinkt zo eenvoudig. Bijna té simpel.
Waarom zegt Jakobus: `laat hij bidden`?
En wat moeten of mogen we nu eigenlijk bidden? Dat God het leed zal wegnemen? Dat God onze pijn op welke wijze dan ook doet verdwijnen?
Ach, ik weet het niet.
Als de nood hoog is, is bidden soms alleen nog een woordeloos zuchten tot God, wetend dat Hij in Jezus Christus weet wat lijden is en hopend dat Hij ons begrijpt.
God geeft ons door zijn Woord de vaste overtuiging, dat we altijd van Hem zijn.
En bovendien, dat Hij met ons niet anders kàn handelen dan tot ons heil.
Het is soms moeilijk te geloven, te begrijpen, laat staan te aanvaarden.

In Psalm 121 tuurt iemand naar de bergkammen in de verte. Hij heeft hulp nodig.
Misschien wordt hij door vijanden belaagd, misschien is er ziekte in z'n gezin, misschien is hij alleen. Wie kan hem helpen? Een familielid misschien? Of een vriend? Hoe dan ook, als het om hulp van mensen gaat, moet die hulp daarginds, ver over de bergen, vandaan komen.
Zou er ooit iemand komen? Zou er iemand naar hem omzien?

Heel vaak wachten wij ook zo. We turen maar een beetje in alle richtingen, niet goed wetend wat we met onszelf aan moeten. Zeker in onze maatschappij vol drukte en hectic. We hopen dat iemand onze pijn ziet. Niet alleen de lichamelijke, maar zeker ook die andere pijn. Die pijn, waar we met iemand over willen praten, maar niet durven. Die pijn, die niemand ziet, maar die zo vreselijk aanwezig is. Zoals bijvoorbeeld eenzaamheid. Een stille pijn...
We wachten. En turen. En hopen..
Maar het wachten is tevergeefs. Het hopen ook.
Mensen vergeten ons. Ze zijn te druk met zichzelf. Ze hebben vaak te weinig invoelingsvermogen en heel vaak stellen mensen teleur. Dat gebeurt in je eigen familie-en kennissenkring en het gebeurt in de kring van de gemeente.

Een goede vriendin van me gaf het volgende voorbeeld:
Ze was geopereerd en kon dus niet meedoen aan een bijbelkring. Zelf alleen en zonder auto, was ze dus ook niet mobiel.
Trouw elke week de kring bezoekend, krijg je vanzelf ook een zekere band met elkaar... dacht ze.
Na een poosje werd die kring één deur verder gehouden dan de hare.
Alleen thuis in bed, hoopte ze dat aan de andere kant van muur de gedachten ook uit zouden gaan naar haar. Ze hoorde het gebruikelijke zingen en wenste dat ze erbij kon zijn. Nóg meer wenste ze, dat er iemand van de kring op het idee zou komen om even één deur verder aan te bellen of op z’n minst even op te bellen.
Eén deur verder...
Maar er gebeurde niets.
Er werd gebeden, gelezen, gezongen. Maar niemand dacht aan haar, die zo trouw maand in maand uit de kring bezocht had. Pas na enkele weken viel er een kaartje in de bus...

David snapte het in de derde regel al van Psalm 121: “..mijn hulp is van de Here..”
Hou maar op met staren in de verte. de hulp komt niet uit de verte, waar jij hem verwacht.
De hulp komt van heel dichtbij! “De Heer is uw bewaarder. Hij is de schaduw aan uw rechterhand.” Zó dichtbij komt God! Hij wil onze Vader zijn, die onze hand vasthoudt. Hij wil onafscheidelijk zijn, zoals onze schaduw onafscheidelijk van ons is.

God IS er voor ons, ook als wij Hem even niet zien. Als wij in de verte kijken. Het is GOD, die ons de hulp geeft, die we verwachten en nodig hebben. En we mogen Hem bij voorbaat al danken voor de hulp die al onderweg is, nog voordat wij in de gaten hebben dat we die nodig hebben!
Daarom moet ik maar op Hem vertrouwen. Terwijl ik in de verte staar, loopt Hij de hele tijd al naast me...
Je kunt God's bestaan niet bewijzen, noch dat Hij niet bestaat.

Maar ik geloof van wel! Hoevaak niet gebeurt het dat iemand tegen een bekeerling zegt: "Tsjonge! Wat ben JIJ veranderd, zeg!!" Ikzèlf heb het mogen beleven. Collega's murmelden onderling dingen als: "Wat is ie rustig geworden, hè! Zou ie verkering hebben?! Geen gevloek, geen laagovervliegend gereedschap...hij...hij flúít zelfs..!!!" Kijk, dàt is dat zaadje dat in mijn ogen in de juiste bodem is gevallen, ontsproten en langzaamaan tot een goeie (nochtans kleine) boom is geworden. Een goeie boom met een goeie vrucht. Een Geestelijke Vrucht die liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, hulpvaardigheid, en zelfbeheersing deed groeien. Dat is de vrucht van de Heilige Geest waarvan ik geloof dat het gaat om een wezenlijke 'gedaanteverandering', hetgeen 'bewijs' is voor hen die nog niet geloven, maar het wèl zagen gebeuren in hun collega, vriend, of familielid. Bewijs 'dat er méér is...' Het is net als wind. Wind ìs er. Maar je ziet de wind niet. Je ziet hooguit de takken in de bomen bewegen en we nemen aan dat dat de wind is. Maar bewijs is voor een christen niet nodig.Weten werd voor een christen gelóven. Als christenen gelóven we dat Jezus leeft. Door een belangrijke overgave zijn onze 'geestelijke ogen' geopend. Velen, waaronder ikzelf, mochten dat ook wezenlijk fysiek ervaren, maar ontelbaren hebben de Heer aangenomen zònder dat ze Hem zo intens voelden.
Alleen iemand die niet gelooft, heeft oprecht bewijs nodig dat God bestaat en kan dat bewijs alleen vinden in hen die christen menen en/of zeggen te zijn. Uit hùn verandering, houding, gedrag, instelling en uitspraken kan een niet-gelovige opmaken dat zij "anders" zijn. Dat betekent automatisch dat er op de schouders van de gelovige een grote 'bewijsvoerende' verantwoordelijkheid rust!! Namelijk die van GETUIGE... En dus, tot slot: wij hóéven God's bestaan niet te bewijzen naar anderen toe. Iets aan een ander proberen te bewijzen, betekent dat je diegene probeert te overtuigen en dat is nou net niet onze taak! Gòd overtuigt, wij gètuigen slechts.....